Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hun [34]broeders waren op hun dorpen, [35]inkomende ten zevenden dage van tijd tot tijd, om [36]met hen [te dienen]; 34. Dat is, maagschap, bloedverwanten. 35. Te weten, binnen Jeruzalem, om den godsdienst waar te nemen in den tempel, als de een afging, zo kwam de ander aan, altijd van zeven dagen tot zeven dagen. 36. Te weten, met de oversten, van welken boven, vs.17,21, gesproken is. Deze oversten bleven altijd te Jeruzalem, wonende in den tempel.